Als er al sprake is van een Europese trend in de wereld van het gokken, dan is het wel de honger van de schatkisten om mee te profiteren van de grote hoeveelheid geld die in kansspelen omgaat. Een vergunningenstelsel in het leven roepen is één, maar dit effectief uitvoeren en benutten is twee. Zwakke punten zijn het hanteren van verschillende heffingen in Europa en het niet dwingend kunnen opleggen van het stelsel. Maar er is wel degelijk een wapen om aanvragen voor vergunningen te stimuleren en dat is de koppeling aan het mogen maken van reclame.
Op één of andere manier blijven er overheden, die nog steeds overtuigd zijn van de mogelijkheid om dammen op te werpen tegen online gambling operators, hetzij via het frustreren van het bankverkeer, hetzij door de toegang tot het nationale internet te blokkeren. Het is natuurlijk niet ondenkbaar dat her en der wat succesjes worden geboekt met die methodes, maar eigenlijk gelooft niemand er in dat het over de volle breedte van de branche kan worden doorgevoerd. Financiële instellingen en internet providers hebben er helemaal geen trek in en zullen alles doen wat in hun vermogen ligt om niet aan dit soort onzalige praktijken te hoeven (blijven) meewerken. En dat nog afgezien van de gedachte dat het strijdig is met meerdere Europese regels, die vrij verkeer van geld, informatie, personen, arbeid en diensten beogen.
Gelukkig voor de schatkistbeheerders blijkt er onder de grotere aanbieders genoeg bereidheid te zijn om voor vergunningen te gaan, die het aanbieden van kansspelen per land betreffen. Het laat zich ook niet aanzien dat er een Europese harmonisatie gaat komen, die dit in één keer voor heel de Europese Unie regelt. In feite is de huidige procesgang al te ver om dat nog uitvoerbaar te maken. Dat wil niet zeggen dat er geen dwingende spelregels kunnen komen, bijvoorbeeld over de hoogte van belastingen en de manier, waarop die worden berekend. Verder over het erkennen van elkaars vergunningen als het gaat om de toelating tot het eigen domein. Dat een vergunninghouder uit Malta dus automatisch gerechtigd is een vergunning in Nederland aan te vragen en niet eerst opnieuw spitsroeden hoeft te lopen om dat voor elkaar te krijgen. Dat er in de hele Unie op dezelfde wijze gekeken wordt naar de mate van consumentenbescherming, die wenselijk is en hoe dat vorm moet krijgen. Al deze zaken zijn ook al ter sprake geweest in het Europese Parlement en liggen nu bij de Europese Commissie om daarmee aan de slag te gaan.*
Een van de landen, die met deze problematiek te maken krijgen is het Verenigd Koninkrijk, tot nog toe één van de meest liberale landen als het om kansspelen gaat. Dat kreeg echter een gevoelige tik, toen grote bedrijven als William Hill en Ladbrokes hun online tak gingen overhevelen naar Gibraltar, vanwege het gunstiger belastingklimaat. De Engelsen vrezen nog meer van dit soort exodussen en geen enkel land is blij met het doorstrepen van inkomsten, die jarenlang de algemene middelen versterkten. De tegenbeweging kon niet op zich laten wachten
en dat moet een nieuw stelsel zijn, waarbij aanbieders een vergunning moeten aanvragen en belasting moeten afdragen over het deel van hun inkomen dat in de UK wordt verworven. Vorige week heeft de Chancellor of the Exchequer, George Osborne, aangekondigd dat deze maatregelen er inderdaad gaan komen. Zijn functie is vergelijkbaar met die van onze minister van Financiën. Osborne heeft niet alleen te kennen gegeven de maatregel door te voeren, maar noemde ook bedragen die hij de schatkist toebedacht als gevolg ervan: 55 miljoen Britse Ponden in 2014 en 255 miljoen in 2015. Deze bedragen zijn additioneel, dus komen bovenop de inkomsten, die nu al verworven worden.
Het nieuwe beleid wordt vooral gebracht als een methode om een gelijk speelveld te creëren voor bedrijven, die in Groot-Brittannië gevestigd zijn, en bedrijven die zich buiten de landsgrenzen bevinden. De plaats van vestiging is straks niet langer bepalend, maar de activiteiten die gericht zijn op Britse spelers. Natuurlijk hoopt de regering dat het bijproduct zal zijn, dat Britse aanbieders weer terugkeren in het moederland (Hill, Ladbrokes), dat ook andere aanbieders zich hier gaan vestigen en in elk geval dat de leegloop per direct stopt.
Over het afdwingen van de maatregelen heeft Osbourne wijselijk nog niets gezegd. Dat is maar beter ook, de gambling bedrijven komen er doorgaans niet erg van onder de indruk. Beter is te komen met een fatsoenlijk tarief, bijvoorbeeld 10% over de Gross Gaming Revenu (verschil tussen inleg en uitkering), dat als het ideale tarief is becijferd door H2 Gambling Capital, eveneens een degelijke Britse instelling. Als er een werkbaar tarief komt, dan zullen de meeste grote bedrijven erin meegaan en een licentie aanvragen. Want elke overheid, de Britse in het bijzonder, heeft een belangrijke troef om deelname te stimuleren en dat is de reclame. Want het maken van reclame, ja dan nee, is veel beter te beperken tot bedrijven die een vergunning hebben, dan welke andere maatregel ook. Niet dat het 100% waterdicht is, maar een online bookmaker die sponsorcontracten wil sluiten, en die zijn er heel veel in de UK, kan dat gevoeglijk vergeten als er geen vergunning aan ten grondslag ligt.
De Europese trend, waar ik dit artikel mee begon, zal dus in het beste geval moeten zijn, dat er een stelsel is van vergelijkbare vergunning systemen per land, met een gelijke methodiek van heffingen (over de GGR namelijk), met liefst een gelijk tarief (10% dus volgens H2 Gambling Capital) en de mogelijkheid om reclame te maken voor de onderdelen, waarvoor vergunning verleend is. Het kan nog even duren voor onze Britse vrienden echt een ei hebben gelegd. Ondertussen kunnen we ook kijken hoe dit voor ons eigen land opgaat, als dit najaar de grote aanzet moet worden gegeven voor een grondig gerenoveerd systeem, als het kabinet de plannen daarvoor naar de Tweede kamer gaat sturen.